Van Bishkek naar Karakol

12 juni 2023 - Almaty, Kazachstan

Kirgizië is een land met een fantastische natuur maar met weinig steden van betekenis, dit tegenstelling tot Oezbekistan.

Na het eerder saaie Bishkek rijden we richting Tamga, oostwaarts. Nabij Tokmok rijst de Buranatoren op in het landschap. De toren is een restant van een 11de eeuwse minaret, oorspronkelijk 45 m hoog, maar nu een stomp van 25 m, opgetrokken in baksteen. Hier stond ooit een moskee en een mausoleum. Maar lang voordat de islam dit gebied inpalmde, bevond zich hier een prehistorisch heiligdom. Reeds in het tweede millennium voor onze tijdrekening, vereerden nomaden hier hun goden en helden. In opstaande stenen kerfden ze beelden van drinkende figuren en tekenden ze petrogliefen van dieren en ook geheimzinnige tekens. Eens te meer een bewijs dat ook rondtrekkende volkeren belang hechtten aan een vast heiligdom. 

We rijden verder rond het Issykul meer door een prachtige vallei tussen de bergen. We bevinden ons op ongeveer op 1700 meter. In Skazka botsen we op een okergele rotsformatie. Het is zachte steen die sterk geërodeerd is, het uitzicht is sprookjesachtig in het gouden licht van de ondergaande zon. Het wordt een pittige en niet ongevaarlijker klim om de dag af te sluiten. We overnachten in Tamga, in een guesthouse.

‘s Anderdaags reizen we door de Barskoon vallei. Verloren op een helling van het meer staat een oude Mig met rode ster te blinken in de zon, een zoveelste herinnering aan de Sovjettijd. In een onooglijk bergdorp vinden we een monument voor Joeri Gagarin, de eerste mens in de ruimte. Hij had hier een vakantiehuisje. Het dorp ligt aan de voet van een waterval bereikbaar na een stevige klim. 

Kirgizië was een land van nomaden die te paard rondtrokken met hun kuddes runderen en ander vee. Nu nog zie je veel troepen bewaakt door ruiters. Er worden nog altijd veel paarden gefokt, als rijdier voor de herders. De paarden lopen vrij rond op de bergflanken.

In de namiddag krijgen we een demonstratie van een jachtpartij met arenden. De vogels zijn aan mensen gewend, maar behielden hun jachtinstinct, op kilometerafstand spotten ze hun prooi en laten niets ontsnappen. Indrukwekkend hoe een van de arenden vanop een bergtop cirkelend naar beneden zweeft en zich op een nep prooidier stort. De jager is ontzettend trots op zijn vogels en behandelt ze heel respectvol.

In Djeti Oghuz, midden de schitterende natuur aan de oever van een bergrivier, logeren we in yurts. Deze keer zijn het pareltjes, met prachtige tapijten en het houtwerk in een felrode kleur. Ook het restaurant is in een yurt, we eten aan een lage ronde tafel, zittend op de grond of op een krukje. Het is hier heerlijk rustig, gelegenheid om te wandelen en paard te rijden langs de rivier, begeleid door de plaatselijke jeugd. Kereltjes van 10-12 jaar leiden de paarden van de onervaren ruiters in de groep, of springen achterop.

We slapen als marmotten in onze paradijselijke yurt.

Langs het immense Issykul meer gaat het verder naar het oosten, richting Karakol. In een vallei aan een diepe kloof, rijzen zeven reusachtige roodbruine rotsen op, door de Kirgiezen  de ‘zeven ossen’ genoemd. De natuur is overweldigend voor ons de kleine wandelaartjes.

In de namiddag bereiken we Karakol, nog een ander sovjetrelict. Hier staan veel kleine in pasteltinten gekleurde huizen, saaie appartementsblokken, maar ook een paar hoogtepunten. De Duncan moskee verrast ons. Op het eerste zicht lijkt het op een Thaise of Chinese boeddhistische tempel met zijn typische dakstructuur en de felle blauwe kleuren. Niet verwonderlijk, we zijn relatief dicht bij de Chinese grens. Binnen is het pas duidelijk, dit is een moskee. Als we een kijkje nemen, worden we tegen gehouden door een overijverige mollah die vindt dat ongelovigen hier niet thuis horen.

De kers op de taart is de orthodoxe Drievuldigheidskathedraal, helemaal opgetrokken in verweerd hout, met een felgroen dak en de typische gouden uientorens. Rond de kathedraal geen park, maar een moestuin (van de bisschop?). Binnenin is de kerk versierd met goudkleurige Byzantijnse iconen.

Voor de rest is de stad van een oersaaie lelijkheid, met als enige opsmuk een,paar standbeelden van oude en recente leiders. Er zijn wel een paar uitstekende restaurants die het leven veraangenamen.

In het stadje overleed de Russische ontdekkingsreiziger Nicolai Przhewalsky en daarom is hier een museum rond zijn reizen. Het gebouw met zijn neo-Grieks portaal ligt in een lommerrijk park. De Duitssprekende gids doet haar uiterste best om ons wegwijs te maken in de exploten van Przhewalsky. Maar het museum is hopeloos verouderd, alleen kopieën van zwart-wit afbeeldingen en documenten met een daarbij een korte verklaring. De teksten zijn altijd juist. Een document dat het lidmaatschap van de ontdekkingsreiziger van de Nederlandse academie voor wetenschappen bevestigt, is in het Hongaars opgesteld en gaat over de academie in Budapest. Hier en daar staat één object dat de collectie moet verlevendigen: een vergeeld Przhewalsky paard, een scheve Arend die zijn evenwicht probeert te bewaren op een kartonnen rots en twee stofferige zwanen. Het museum is dringend aan een opfrisbeurt toe.

De volgende dag huren we een omgebouwde legertruck om naar Altyn Arashan te rijden, een gebied met warmwaterbronnen en de habitat van beren en sneeuwluipaarden. Wij zien alleen maar kuddes runderen en de paarden van de bewoners. Het is ook het uiterste oostelijke punt van onze reis en we zijn niet ver van de Chinese grens. Onze truck heeft zijn beste tijd gehad en heeft het lastig met de zware klim tussen de rotsblokken. Uiteindelijk geeft hij er de brui aan en we klimmen te voet verder tot 2500 meter. Al we daar aankomen begint het te regenen, de eerste keer op deze reis.

De warmwaterbronnen zijn erg heet. Het vergt enige aanpassing om de temperatuur te trotseren, maar het is deugddoend voor botten en spieren. Als herboren vatten we de tocht naar beneden aan met de ondertussen opgekalefaterde truck.

We dineren in het Zarina restaurant (lekker en een goede Franse wijn) en overnachten nog een laatste maal in Karakol. Morgen keren we terug naar Kazachstan.

2 Reacties

  1. Marleen:
    12 juni 2023
    Luc we willen je bedanken voor de mooie reisverhalen die we konden beleven ,en de avoturen die jullie beleeft hebben.
    Gr Mariaan Marleen
  2. Godelieve:
    13 juni 2023
    Luc voor mij het zelfde het was heerlijk om met jullie mee te reizen dankuwel